Besmettingen in België
Sinds 13 november 2020 werden gevallen van hoogpathogene vogelgriep van het type H5 vastgesteld bij wilde vogels op verschillende locaties: meer info over deze gevallen. Sinds 1 maart werden geen nieuwe gevallen meer vastgesteld. Maar dat wil niet zeggen dat vogelgriep niet meer circuleert onder wilde vogels in ons land.
De kans op besmetting van pluimvee door wilde vogels is wel kleiner dan voordien, maar bestaat nog steeds. Op 16 april werd in Silly (Henegouwen) namelijk nog een geval van hoog pathogene vogelgriep H5N8 ontdekt bij particulier gehouden pluimvee. Er werd een tijdelijke bufferzone rond het geval afgebakend. De maatregelen die er van kracht zijn vindt u hier.
Voordien werden nog besmettingen met het hoog pathogene H5-virus vastgesteld op 2 professioneel bedrijven en bij één particuliere houder. Daarnaast werd ook een besmetting met een laagpathogeen H5-virus gevonden op een ander pluimveebedrijf. Rond al deze besmette sites werden beperkingsgebieden ingesteld, maar deze zones werden ondertussen al opgeheven.
Op het hele grondgebied blijven wel alle preventieve maatregelen van kracht (zie verder).
Hieronder vindt u een overzicht met de haarden/gevallen en de datum waarop de zones werden ingesteld en opgeheven.
Haard of geval |
Aard virus |
Aard zone |
Ingesteld op |
Opgeheven op |
Menen |
H5N5 (hoog pathogeen) |
Beschermingsgebied (3 km) |
26-11-2020 |
17-12-2020 |
Toezichtsgebied (10 km) |
26-11-2020 |
26-12-2020 |
Dinant |
H5Nx (hoog pathogeen) |
Tijdelijke bufferzone (500 m) |
08-12-2020 |
07-01-2021 |
Diksmuide |
H5Nx (laag pathogeen) |
Tijdelijke bufferzone (1 km) |
17-12-2020 |
07-01-2021 |
Deerlijk |
H5N8 (hoog pathogeen) |
Beschermingsgebied (3 km) |
29-01-2021 |
19-02-2021 |
Toezichtsgebied (10 km) |
29-01-2021 |
29-02-2021 |
Silly |
H5N8 (hoog pathogeen) |
Tijdelijke bufferzone |
16-04-2021 |
|
Maatregelen in België als gevolg van een periode van verhoogd risico
De maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de aankondiging van minister Clarinval van 1 november 2020 over een periode van verhoogde risico, zijn nog steeds van toepassing.
Sinds 15 november 2020 zijn volgende maatregelen van kracht voor het hele Belgische grondgebied:
- Alle pluimvee en vogels, met inbegrip van duiven, van pluimveebedrijven , moeten worden opgehokt of zodanig afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt. Deze maatregel is niet van toepassing op loopvogels.
- Het voederen en het drenken van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op zodanige wijze dat contact met wilde vogels onmogelijk is.
- Het is verboden om pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of regenwater waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige virussen te inactiveren.
- Alle verzamelingen (tentoonstellingen, wedstrijden, markten) van pluimvee en vogels zijn verboden, zowel voor professionele bedrijven als hobbyhouders. De verkoop van pluimvee en vogels door professionele handelaars op openbare markten is wel toegestaan.
Bewakingsprogramma vogelgriep
Om de eventuele insleep van aviaire influenzavirussen snel op te sporen, heeft het FAVV reeds twee bewakingsprogramma’s in de pluimveestapel lopen:
- De serologische screening heeft tot doel om de prevalentie van vogelgriepvirussen van de subtypes H5 en H7 bij pluimvee op pluimveebedrijven te bepalen. Er wordt daarbij bloed genomen op pluimveehouderijen met meer dan 200 stuks pluimvee (uitgezonderd de braadkippenbedrijven). De houderijen die in de gevoelige natuurgebieden gelegen zijn, de houderijen met vrije uitloop en alle kalkoenen-, ganzen- en eendenbedrijven worden in de loop van het jaar een tweede keer bemonsterd.
- In de passieve monitoring worden alle gevallen van abnormale ziekte of sterfte bij pluimvee en alle gevallen van belangrijke eilegdaling of sterk verminderde voeder- en wateropname door de bedrijfsdierenarts onderzocht. Als deze een besmetting met het vogelgriepvirus niet kan uitsluiten, dan mag geen enkele therapeutische behandeling worden opgestart vooraleer er monsters of kadavers voor een autopsie en eventueel bijkomend onderzoek zijn overgemaakt aan de laboratoria van DGZ en ARSIA.
De wilde vogels vallen onder de bevoegdheid van de Gewesten. De drie Gewesten hebben, in overleg met het FAVV, bewakingsprogramma’s opgezet.
Alle monsters van bewakingsprogramma's worden verzonden naar en geanalyseerd in het referentielaboratorium Sciensano. Alle data worden vervolgens geregistreerd bij het EFSA, die deze integreert in haar rapporten over de situatie van aviaire influenza in Europa.
|