Deze bladzijde weergeven in het :   Frans   Nederlands   Duits
 
  ZOEKEN

Zoeken van A tot Z
 
Professionelen > Dierlijke productie > Dieren > Vrij wild
Professionelen Over het FAVV Organogram Contact Autocontrole Checklists "Inspecties" Dierlijke productie / Dierengezondheid Plantaardige productie Hoeveverkoop Erkenningen, toelatingen en registratie Export naar derde landen Financiering van het FAVV Invoer derde landen Laboratoria Levensmiddelen Schoolkeukens Meldingsplicht Wetgeving Zelfstandige dierenartsen Zelfstandige bio-ingenieurs, industrieel ingenieurs, bachelors en masters Publicaties Praktisch Voorlichtings- en begeleidingscel Ombudsdienst Comités Auditcomité Raadgevend Comité Wetenschappelijk Comité Consumenten

 
 

Vrij wild : Productveiligheid / Volksgezondheid / Dierengezondheid








Algemene informatie

Hygiëne

Wilde dieren en huisdieren


Naar boven


Omzendbrieven / Procedures

  • Omzendbrief betreffende het grensoverschrijdende handelsverkeer in niet-onthuid grof vrij wild (PCCB/S3/TVV/1347004)

Tijdelijk opgeschort
De toepassing van deze omzendbrief werd op 1 november 2018 tot nader order opgeschort voor wat betreft het handelsverkeer met: Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland.

  • Omzendbrief met betrekking tot de wederzijdse erkenning van de Gekwalificeerde Persoon binnen de Benelux (jacht) (PCCB/S3/TVV/878741).
  • Omzendbrief met betrekking tot de reglementaire verplichtingen van de gekwalificeerde personen inzake eerste onderzoek van jachtwild - Oproep tot waakzaamheid met betrekking tot letsels die wijzen op Afrikaanse varkenspest of op tuberculose bij vrij wild (PCCB/S3/1219397):
  • Omzendbrief betreffende goede hygiënepraktijken en traceerbaarheid van vrij wild in wildbewerkingsinrichtingen en de activiteitenverklaringen die deze inrichtingen moeten doen aan het FAVV (PCCB/S3/1548213).


Naar boven


Verplaatsing vanuit / naar het buitenland

Afrikaanse varkenspest

Rabiës

Vogelgriep



Naar boven


Gekwalificeerde personen

Een gekwalificeerd persoon (GP) is een jager die een opleiding heeft gevolgd over het gedrag van wild, gezondheid en ziektes die voorkomen bij wild en de hygiëneregels, alsook de desbetreffende reglementering, en die nadien geslaagd is voor een examen (verordening (EG) nr. 853/2004).

Alleen een gekwalificeerd persoon die deelgenomen heeft aan de jacht mag het verplichte onderzoek ter plaatse van gejaagd wild uitvoeren en een verklaring invullen en ondertekenen. Deze verklaring is verplicht om vrij wild, in zijn geheel en met de huid eraan, af te kunnen staan voor menselijke consumptie en dit mag alleen aan een wildbewerkingsinrichting of aan een particulier, eindverbruiker. De jager is niet gemachtigd om wild te verkopen of af te staan aan een detailhandel (beenhouwerij, restaurant, traiteur, gemeenschapskeuken, …). Het is hem wel toegelaten het wild te gebruiken voor zijn persoonlijk gebruik – zijn eigen gezin – zonder bijzondere voorwaarden. Hiervoor is de tussenkomst van een GP ten zeerste aanbevolen, maar niet verplicht.

De opleidingsinstellingen organiseren tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit (FAVV) de opleiding om jagers op te leiden tot GP. Om toegelaten te worden tot deze opleiding dienen de kandidaten titularis te zijn van een jachtverlof, afgeleverd hetzij door het Waalse Gewest hetzij door het Vlaamse Gewest. Dit jachtverlof moet geldig zijn voor het lopende jachtseizoen tijdens hetwelke het examen wordt afgelegd.

Symposia 2018 ‘Gekwalificeerde Personen’ & Newsletter

 

Aanpassing registratienummers Gekwalificeerde Personen

In het kader van de regularisatie van nummers voor officiële documenten werd aan alle GP’s een BE-nummer toegekend. Voor de meeste GP's is dit hun oude S00-nummer, waarbij S00 vervangen werd door BE00 (vb. S00191234 wordt vervangen door BE00191234). Voor GP’s die landbouwhuisdieren houden, is dit het BE-nummer (Sanitel) dat DGZ hen toegekend heeft. Vanaf mei 2022 moet dit nieuwe BE-nummer vermeld worden op de verklaring na het eerste onderzoek van het wild na het doden.

Indien u vragen heeft of gewijzigde contactgegevens (telefoon, adres, e-mail) wenst te melden, kunt u contact opnemen via volgend e-mailadres : jacht-chasse@favv-afsca.be.

 

 

Naar boven


Afrikaanse varkenspest: de rol van de gekwalificeerde personen

Het aantal gevallen van Afrikaanse varkenspest bij everzwijnen neemt toe in de besmette zone die vastgesteld werd in ons land. Tot op heden zijn de gevallen echter beperkt gebleven tot de afgebakende zone.

Om het hoofd te kunnen bieden aan deze ziekte die de dierengezondheid en de economie op het spel zet, is de medewerking van iedereen essentieel.               

Allereerst, is het belangrijk om er rekening mee te houden dat er gedeelde bevoegdheden zijn tussen het gewestelijke niveau dat verantwoordelijk is voor de gezondheid van de wilde fauna en het federale niveau dat waakt over de gezondheid van opfokvarkens en gedomesticeerde varkens en de voedselveiligheid.

Om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te voorkomen, is het belangrijk dat de volgende maatregelen worden toegepast:

1.Op het ganse Belgische grondgebied 

Indien u een ziek everzwijn of een kadaver van een everzwijn aantreft, is het cruciaal dat u het dier niet aanraakt en onverwijld de gewestelijke autoriteiten op de hoogte brengt:

Gespecialiseerde teams zullen het kadaver verwijderen, het gebied ontsmetten en analyses uitvoeren.

2.In het besmette gebied 

Leef het regionaal verbod op de jacht, het voederen van het wild en verplaatsingen in de bossen strikt na (http://www.wallonie.be/fr/actualites/mesures-de-lutte-contre-la-peste-porcine-africaine).

3. Buiten het besmette gebied

Wanneer u als gekwalificeerd persoon in het kader van de jacht een everzwijn aangeboden krijgt voor het eerste onderzoek, vraagt het Agentschap dat u bijzonder voorzichtig bent. Vaak is de algemene gezondheid van de besmette dieren immers goed. In bepaalde gevallen vertonen ze zelfs geen enkel symptoom van de ziekte. In andere gevallen vertonen de dieren letsels die Afrikaanse varkenspest doen vermoeden, met name:

  • bloeduitstortingen gelokaliseerd rond de oren, snuit of veralgemeend (nieren, spieren, huid...),
  • bloedingen ter hoogte van de lymfeklieren, een vergrote milt
  • vochtophoping in de borst- en buikholte.

Indien u een everzwijn aantreft dat symptomen vertoont die Afrikaanse varkenspest zouden kunnen doen vermoeden, breng dan onmiddellijk de gewestelijke autoriteiten op de hoogte (zie bovenvermelde telefoonnummers). Verplaats in geen geval het karkas (met inbegrip van de ingewanden) en volg de instructies van de bevoegde diensten.

Verscherpte bioveiligheidsmaatregelen moeten natuurlijk ook worden nageleefd. Deze maatregelen en andere informatie kunt u terugvinden op de nieuwe website van het Agentschap via de volgende link: https://www.favv-afsca.be/avp/.

 

 

 

Naar boven


Trichinellose

Trichinellose:

Everzwijnen (en varkens) kunnen besmet zijn met Trichinella, een microscopisch kleine parasiet. Indien men rauw, onvoldoende verhit of onvoldoende ingevroren vlees van een besmet everzwijn eet, kan men trichinellose krijgen. De Trichinellalarven bevinden zich als cysten in de spiercellen van het everzwijn. In de zure omgeving van de maag komen de larven vrij, hierna dringen de larven de wand van de dunne darm binnen, waar ze uitgroeien tot volwassen wormen. De irritatie en de ontsteking die dit veroorzaakt, kunnen voor misselijkheid, buikkrampen, braken en diarree zorgen. De vrouwelijke wormen produceren na vijf dagen nieuwe larven die via het lymfe- en bloedvatenstelsel doorheen het lichaam migreren. Dit kan leiden tot koorts, nachtzweten, spierpijn, zwelling rond de ogen en moeheid. De larven kapselen zich in en vormen een cyste in spiercellen (hart, spieren, …).

De klachten kunnen weken tot maanden aanhouden en gaan van mild tot zeer ernstig, afhankelijk van hoeveel larven men opgenomen heeft. Sommige mensen met een Trichinella-infectie zullen er niets van merken, anderen kunnen er blijvende klachten (vb. zenuwstoornissen) en pijn aan overhouden, zelfs sterfte is mogelijk.

Waarom moet men zich bewust zijn van trichinellose en hoe kan men dit vermijden?

Men kan trichinellose oplopen door rauw, onvoldoende verhit of onvoldoende ingevroren vlees van everzwijn te eten dat besmet is met ingekapselde larven van Trichinella, zoals het geval was in België in 2014. Dieren die besmet zijn met deze parasiet zien er niet ziek uit, maar kunnen gedragsveranderingen vertonen, zoals minder actief zijn. De parasieten kunnen niet met het blote oog gezien worden.

Roken, invriezen of pekelen van vlees is niet voldoende om alle Trichinellasoorten te doden. Het is daarom zeer belangrijk dat het vlees voldoende tot in de kern verhit wordt (kerntemperatuur boven de 70°C) en/of voldoende lang ingevroren (10 dagen aan -23°C of 20 dagen aan een temperatuur
van - 15°C).

Monstername voor het Trichinellaonderzoek:

Ook al is het niet steeds wettelijk verplicht, vb. indien het vlees door de jager zelf en zijn gezin verbruikt wordt, toch moedigt het FAVV het Trichinellaonderzoek sterk aan.

Indien het everzwijn bestemd is om te worden afgestaan aan een eindverbruiker is de GP er toe gehouden monsters te nemen voor het Trichinellaonderzoek, deze naar een laboratorium te sturen en het resultaat van dit onderzoek mede te delen aan deze eindverbruiker.

Voor ieder everzwijn is het vereist een monster samen te stellen bestaande uit 3 stalen spierweefsel (spiervlees uit de voorpoot, de tong en het middenrif), voor een totaal van minstens 100g per dier. Deze hoeveelheid die omvangrijk kan lijken, is absoluut noodzakelijk om voldoende materiaal te hebben om eventueel een tweede analyse uit te voeren in geval van twijfel of tegenexpertise.

Het geheel van de 3 stalen van één enkel everzwijn wordt in een waterdicht plastic zakje gestopt (bemonsteringskits zijn verkrijgbaar bij de jachtfederaties) en geïdentificeerd met het nummer van de ingevulde verklaring en ondertekend door de GP. Deze handelingen dienen zo veel maal herhaald te worden als er everzwijnen zijn bestemd voor een eindgebruiker. Monsters kunnen op kamertemperatuur bewaard worden indien zij binnen een korte tijdspanne aan het laboratorium geleverd en onderzocht worden (binnen 2 dagen). Het is echter aanbevolen de monsters steeds gekoeld te bewaren, ook voor een korte bewaartermijn. Voor het bewaren tijdens een periode van 1 tot 3 weken voor onderzoek, moeten de monsters gekoeld worden op +4°C. Voor het langer dan 3 weken bewaren van monsters voor onderzoek, moeten deze ingevroren worden aan -20°C. De monsters moeten bij aankomst in het laboratorium nog ingevroren zijn. Het invriezen en het ontdooien vernietigt nl. het DNA van de Trichinella-larven, wat de identificatie van de soort verhindert.

De stalen worden verzonden naar een erkend laboratorium voor het onderzoek van trichinen aangeduid door het FAVV.

 

Naar boven


Nuttige links

 

Naar boven


Contact

 


Onze missie is ervoor zorgen dat alle actoren van de keten aan de consument en aan elkaar een optimale zekerheid geven dat levensmiddelen, dieren, planten en producten die ze consumeren, houden of gebruiken, betrouwbaar, veilig en beschermd zijn, nu en in de toekomst.

Afdrukbare versie   |   Laatst bi16.11.2022 #EndDate -->   |   Naar boven


Gebruiksvoorwaarden & disclaimer   |   Copyright © 2002- FAVV-AFSCA. Alle rechten voorbehouden   |   Extranet