Het bewakingsprogramma in België - Document in herziening
De bewaking van tuberculose is gebaseerd op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad die is omgezet in nationale wetgeving door het koninklijk besluit van 17 oktober 2002.
Het programma voor de bewaking van rundertuberculose bestaat uit:
- een verplichte tuberculinatie bij aankoop van runderen.
- een systematisch post-mortem onderzoek van alle geslachte runderen. Ieder ‘verdacht letsel’ bij deze keuring moet overgemaakt worden aan Sciensano voor verder onderzoek.
- een herhaald onderzoek tijdens de wintercampagne van runderen ingevoerd uit risicolanden die niet officieel vrij zijn van rundertuberculose.
- Bij een verdenking, bij een ongunstige reactie op de tuberculinatie of bij het vaststellen van een verdacht letsel in het slachthuis worden alle runderen van het bedrijf getuberculineerd. Positief/twijfelachtig reagerende dieren worden eventueel na 6 weken heronderzocht met een vergelijkende tuberculinatie (aviair/bovien). Een rund met een ongunstige resultaat bij de tuberculinatie kan eventueel direct op bevel worden geslacht voor verder laboratoriumonderzoek. De bevestiging van Mycobacterium bovis via cultuur van verdachte letsels kan tot 2 maanden in beslag nemen. Soms kan de diagnose vroeger gesteld worden met de PCR. Bij de bevestiging van tuberculose word het betrokken beslag tot haard verklaard.
- Ingeval van een haard, gebeurt een uitgebreid epidemiologisch onderzoek en wordt een tracering uitgevoerd om alle contactbeslagen op te sporen, die runderen hebben aangekocht uit de haard of die runderen hebben geleverd aan de haard gedurende de voorbije jaren. Alle runderen op deze contactbeslagen worden eveneens verplicht getuberculineerd en bij ongunstige resultaten verder opgevolgd.
- Bedrijven die haard werden verklaard en opgeruimd werden, contactbeslagen en verdachte beslagen worden tijdens de stalperiode gedurende 5 opeenvolgende jaren met staltuberculinaties opgevolgd.
- Runderen van bedrijven die rauwe melk of rauwmelkse producten leveren aan de eindverbruiker worden ook jaarlijks getuberculineerd omwille van het zoonotisch aspect van rundertuberculose.
Nieuwe benadering betreffende de bewaking en de bestrijding vanaf februari 2021
Maatregelen bij een verdenking - Document in herziening
Alle bioveiligheidsmaatregelen worden genomen om de verspreiding van een mogelijke besmetting te voorkomen.
Het beslag wordt geblokkeerd en het statuut voor rundertuberculose wordt ”opgeschort”. De aan- of afvoer van runderen is verboden. Niettemin is het, met toestemming van het Agentschap en mits het rund vergezeld is van een officiële ,vrijgeleide toegelaten om een rund rechtstreeks over te brengen naar een aangeduid slachthuis. Verdacht aangetaste of aangetaste dieren worden op stal gebracht en afgezonderd van andere dieren van het veebeslag. Ze mogen geen rechtstreeks of onrechtstreeks contact meer hebben met de andere runderen van het veebeslag.
De verantwoordelijke dient direct na de kennisgeving van de verdenking door de inspecteur van het Agentschap zijn bedrijfsdierenarts te ontbieden die binnen de acht dagen de tuberculinatie van alle runderen van het veebeslag dient uit te voeren.
De maatregelen worden opgeheven indien op basis van een epidemiologisch onderzoek en een risicoanalyse door de inspecteur van het Agentschap met voldoende zekerheid kan worden aangenomen dat er geen sprake is van rundertuberculose. Bovendien dient de tuberculinatie van het beslag volgende resultaten te hebben opgeleverd:
- Indien in het veebeslag enkel één of meer verdacht aangetaste runderen gehouden werden, dienen alle runderen negatief te hebben gereageerd.
- Indien in het veebeslag één of meer aangetaste runderen gehouden werden, dienen:
- alle aangetaste runderen op bevel geslacht te zijn en kon bij bijkomend laboratoriumonderzoek geen Mycobacterium bovis worden aangetoond;
- alle resterende dieren tweemaal negatief te hebben gereageerd na de bovenvermelde tuberculinatie en na een tweede tuberculinatie van het veebeslag uitgevoerd ten vroegste 2 maanden en ten laatste 3 maanden na het slachten van de aangetaste runderen.
Het is verboden om rauwe melk of melk, die geen gepaste thermische behandeling heeft ondergaan die met zekerheid Mycobacterium bovis doodt, te gebruiken voor menselijke consumptie. Melk van aangetaste of verdacht aangetaste dieren mag niet worden opgehaald.
Maatregelen in de haard - Document in herziening
Alle bioveiligheidsmaatregelen worden genomen om de verspreiding van de besmetting te voorkomen.
Indien rundertuberculose bevestigd wordt door isolatie van Mycobacterium bovis bij één of meerdere runderen van een veebeslag na laboratoriumonderzoek, wordt het veebeslag haard verklaard.
Het beslag blijft geblokkeerd en het statuut voor rundertuberculose wordt ”haard”. De aan- of afvoer van runderen is verboden. Niettemin is het, mits toestemming van het Agentschap en mits het dier vergezeld is van een officiële vrijgeleide, toegelaten om een rund rechtstreeks over te brengen naar een aangeduid slachthuis. Verdacht aangetaste of aangetaste dieren dienen opgestald en afgezonderd te worden van andere dieren van het veebeslag. De runderen van het beslag mogen geen rechtstreeks of onrechtstreeks contact hebben met runderen van een ander veebeslag.
De stallen, infrastructuur, ruimten, materieel, … en alle gereedschap, die voor het rundvee worden gebruikt, worden regelmatig gereinigd en ontsmet.
Mest, mestgier en gier dienen te worden gestockeerd en behandeld volgens de instructies van het Agentschap.
Het is verboden colostrum of melk van door tuberculose aangetaste koeien te gebruiken voor de voeding van dieren, tenzij na een gepaste thermische behandeling, die met zekerheid Mycobacterium bovis doodt.
Het is verboden rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk, geproduceerd door een met rundertuberculose aangetast rund te gebruiken voor menselijke consumptie. De melk en producten op basis van melk geproduceerd door de niet met rundertuberculose aangetaste dieren mogen enkel aan een zuivelfabriek worden geleverd om er een thermische behandeling, die met zekerheid Mycobacterium bovis doodt, te ondergaan.
Het Agentschap maakt een gezondmakingsplan op voor de haard, waarin de aangetaste of verdacht aangetaste runderen van het veebeslag, die moeten worden afgeslacht, vermeld worden. Eventueel kan de afslachting van alle dieren in het kader van een totale opruiming worden bevolen.
De maatregelen in de haard worden opgeheven indien:
- ofwel alle getuberculineerde runderen telkens negatief hebben gereageerd bij ten minste twee opeenvolgende tuberculinaties van het veebeslag, waarbij de eerste tuberculinatie pas uitgevoerd wordt ten vroegste zes maanden nadat het laatste rund, dat deel uitmaakt van het gezondmakingsplan, geslacht werd, en de tweede tuberculinatie ten vroegste zes maanden na de eerste;
- ofwel alle runderen van het veebeslag geslacht werden en de stallen, lokalen, inrichtingen, recipiënten en alle gereedschap dat in contact is geweest met runderen werden gereinigd en ontsmet volgens de instructies van het Agentschap.
De verantwoordelijke is verplicht gedurende 5 jaren na de opheffing van de maatregelen jaarlijks een tuberculinatie van het veebeslag te laten uitvoeren door zijn bedrijfsdierenarts.
Maatregelen in de contactbeslagen van een haard - Document in herziening
Contactbeslagen worden geblokkeerd en het statuut voor rundertuberculose wordt ”opgeschort”. Alle runderen moeten worden getuberculineerd binnen de 15 dagen na het ontvangen van de opdracht tot een verplichte staltuberculinatie van de LCE. De blokkering wordt opgeheven na ontvangst van een negatief resultaat voor alle getuberculineerde dieren. Van zodra een tuberculinatie niet negatief is, wordt het statuut van het beslag als ”verdacht” aangegeven.
Een staltuberculinatie wordt met een enkelvoudige tuberculinatie uitgevoerd, tenzij bepaalde indicaties een vergelijkende tuberculinatie verantwoorden; deze zal dan door de LCE worden opgelegd.
Het vertrek van runderen uit een contactbeslag rechtstreeks naar een slachthuis kan uitzonderlijk worden toegestaan mits akkoord van de LCE. De afvoer is enkel mogelijk indien de dieren vooraf worden getuberculineerd met een negatief resultaat bij de aflezing. Indien de verantwoordelijke deze tuberculinatie niet wenst uit te voeren voor de slachting, zullen van deze slachtrunderen monsters worden genomen met het oog op een PCR-analyse en een cultuur. Het beslag blijft geblokkeerd zolang het resultaat van de PCR-analyse niet toelaat om een besmetting met M. bovis uit te sluiten.
Voor wat betreft de melk, worden de volgende maatregelen genomen:
- Indien het statuut van het bedrijf werd ”opgeschort”, zijn er geen bijzondere maatregelen van toepassing in afwachting van de resultaten van de staltuberculinatie: de melk kan verder worden geleverd aan de zuivelfabriek en rechtstreekse verkoop is toegelaten
- Indien het statuut van het bedrijf als ”verdacht” wordt aangegeven omwille van een ongunstig resultaat van de tuberculinatie, dient de melkveehouder de zuivelfabriek te verwittigen en mag enkel de melk worden opgehaald van dieren die negatief hebben gereageerd op de tuberculinatie. De rechtstreekse verkoop is verboden.
|